Auteur Gert Geurtsen bij Rumah Kita ter voorbereiding voor haar nieuwe boek
Hoe bereid je jezelf voor als je een boek wilt schrijven waarin de historie centraal staat? Door je in te lezen, films te kijken, mensen te spreken én, zo dacht auteur Gert Geurtsen, door de sfeer te proeven. Gert liep een dag rond bij Rumah Kita en sprak met Molukse bewoners. Allemaal ter voorbereiding voor haar boek dat begint en eindigt bij Rumah Kita.
Het boek, waarvan de titel nog onbekend is, wordt een historische fictie. Dat is een roman met fictieve personen maar gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het boek begint met een proloog dat zich afspeelt bij Rumah Kita. “Een Molukse dame heeft Alzheimer en woont bij Rumah Kita. Bij de dagbehandeling schildert ze veel. In haar schilderijen zijn stormen, hoge hekken en donkere kleuren terugkerende thema’s. Een vrijwilliger van de dagbehandeling valt dit op en vraagt zich af wat er met deze vrouw aan de hand is. Ze duikt in het verhaal van deze dame. De dame blijkt met de KNIL militairen naar Nederland te zijn gekomen”, vertelt Gert. Het is het einde van het proloog en het verhaal begint dan pas echt. De dame is een tienjarig meisje en woont op de Molukken.
“Ik wil vandaag graag mensen spreken die op de Molukken hebben gewoond. Hoe was het daar? Hoe woonden ze? En ik heb gehoord dat de mensen die in Nederland in de kampen hebben gezeten onderling ook veel humor hadden. Wat voor een humor was dat? Ik voel mij verplicht om alles zo waarheidsgetrouw weer te geven. Daarom vind ik het zo fijn dat ik hier vandaag kan zijn.”
Medewerker Welzijn Lena Lawalata neemt Gert mee naar verschillende bewoners. “Dit is tante Becka”, Lena stelt een bewoner aan Gert voor. Lena en tante Becka praten in het Moluks. Ook Gert heeft zich voorbereid. Ze pakt haar boekje erbij en leest een aantal zinnetjes Moluks voor. In het gezicht van tante Becka is herkenning te zien, ze antwoordt ook in het Moluks. “Dit was het hoor qua Moluks”, lacht Gert. “Ik vind het zo mooi dat jullie de bewoners met tante aanspreken.” “Dit heeft alles te maken met respect hebben voor elkaar”, vertelt Lena.
Ook oom Djim en tante Azzurro praten met Gert. “Heeft u nog herinneringen aan de Molukken, hoe het daar was?”, vraagt Gert aan oom Djim. “Niet zoveel”, antwoordt hij. Tante Azzurro kan meer vertellen. “Ik heb gelezen dat toen de mensen in Nederland in de kampen kwamen, er onderling veel humor was. Klopt dat?”, vraagt Gert. “Dat moet ook wel, grapjes houden je jong!”, reageert tante Azzurro. De vrouwen lachen.
Van voorbereiding naar schrijven
De rest van de dag proeft Gert de sfeer van Rumah Kita; letterlijk ook want ze eet met de bewoners mee in het restaurant. Na deze dag begint het voor Gert pas echt. Alle informatie en opgedane ervaringen verzamelt Gert in een boek. “Het is bijna een soort van collega. Er staan afbeeldingen in, krantenknipsel en quotes die wat vertellen over de personages”, vertelt ze terwijl ze het boek laat zien. “In de voorbereiding zit heel veel tijd en werk. Het daadwerkelijk schrijven van het verhaal, van de basis ervan, kan heel snel gaan. Daarna moet de basis verder uitgewerkt gaan worden.”
We moeten dus nog even wachten voordat het boek klaar is. Het boek wordt opgenomen in de bibliotheek van Rumah Kita.